Frederic Laloux, Reinventing Organisations

Het is intussen bijna een consulting-hype geworden, maar dat maakt het boek van Laloux voor mij niet minder waardevol.

Net als de kernkwadranten van Ofman is de evolutiebril waarmee Laloux naar organisaties kijkt verrijkend geweest voor mijn begrip over organisatiemodellen en organisatieculturen. Hij reikt inzichten en handvatten aan over verschillende prototypes van organisatiestructuren. En hoewel die in de praktijk niet zo wit/zwart zijn, is het bijzonder verhelderend en hoopgevend om te weten dat wereldwijd getimmerd wordt aan een constructief alternatief voor bestaande, vaak falende modellen die gebaseerd zijn op machtshiërarchiën.

Het feit dat die inzichten bij zoveel mensen enthousiasme oproepen, is op zich al heel betekenisvol. Het toont aan dat bij een grote groep mensen een diepe wens leeft om organisaties op een andere manier te organiseren en om van daaruit bij te dragen aan een groter maatschappelijk doel. Voorbij het ego.

Ik merk in mijn praktijk dat veel organisaties worstelen met hun structuur, of het zogenaamde 'organisatiedesign'. Hoe verdelen we de taken, hoe organiseren we ons en welke structuur dient het best ons doel? Vooral in de non-profitsector wordt gezocht naar structuren die 'zo vlak mogelijk' zijn, waar macht op basis van titels getemperd wordt. Het is een begrijpelijk en mooi streven, al leidt het vaak tot een wat vormeloze organisatie waar het niet meer duidelijk is wie waar voor staat, en waar alle beslissingen altijd in consensus moeten genomen worden. Oeverloze vergaderingen, onduidelijkheid over de besluitvorming, en onderliggende spanningen zijn dikwijls het gevolg. Laloux beschrijft alternatieve praktijken die niet gebaseerd zijn op een machtshiërarchie, maar wel kiezen voor een duidelijke structuur, overlegmodel en besluitvorming.

De keuze voor een organisatiemodel wordt door veel factoren bepaald, maar uiteindelijk is het een keuze die samenvalt met het bewustzijnsniveau van bestuur en directie. In welke mate streeft de organisatie een hoger doel (maatschappelijk 'purpose') na? Wordt er enkel gewerkt vanuit een 'profit'-gedachte, of wordt er bijvoorbeeld gekozen voor het principe People-Planet-Profit? Hoe verhouden bestuur en directie ze zich tot macht en ego? Zijn dat voor hen onvermijdelijke of zelfs lovenswaardige eigenschappen van een goede leider, of moet een leider vooral andere kwaliteiten bezitten om te kunnen werken vanuit vertrouwen en verbondenheid? Het zijn dit soort afwegingen die moeten gemaakt worden voor er een keuze kan gemaakt worden voor een organisatiemodel.