Het gaat (ook) goed met de wereld

Het voelt vreemd of naïef om in deze tijd van doemberichten, klimaatverandering, verschuiving van wereldmachten en autocratische leiders te zeggen dat het goed gaat met de wereld. De wereld is in veel opzichten behoorlijk ziek ...

Maar op veel vlakken gaat het ook heel goed en zelfs een stuk beter dan ooit. Het ene sluit het andere niet uit. Dat is een van de lessen die Hans Rosling, wetenschapper en statisticus, brengt in zijn recent verschenen boek Factfulness. Het is het sluitstuk van een levenslang pleidooi om ons idee over de wereld grondig bij te stellen. Ik hou erg van zijn genuanceerde blik en deel graag een aantal reflecties die het boek bij mij opriepen. Net in deze tijd is het belangrijk om naar beide kanten te kijken en de positieve, hoopgevende ontwikkelingen ook ernstig te nemen. Alles wat aandacht krijgt groeit.

Bij het brede publiek was Rosling bekend als uitmuntende TED-presentator, als de wetenschapper die op theatrale wijze droge cijfers omtoverde tot sprekende statistieken over de evolutie van gemeenschappen, landen en continenten. Hij baseert zijn cijfers op de meest actuele gegevens van o.a. de Wereldgezondheidsorganisatie en de UN. Gedetailleerde informatie is te vinden op www.gapminder.org.

We hebben het nog nooit zo goed gehad, stelt Rosling. Alleen zien we het niet klaar doorheen de dikke mist van snelle, sensationele, negatieve berichtgeving waar vaak elk referentiekader ontbreekt. Jawel, er zijn enorme problemen en bedreigingen van mondiale omvang. Ja, er moet snel ingegrepen worden. Maar tegelijk gaat het ook beter dan ooit. En die tegenstelling kan perfect tegelijk bestaan.

In het Westen zitten we collectief vast in een wereldbeeld dat gebaseerd is op achterhaalde informatie die ons leerde dat er een afgebakende kloof bestaat tussen de rijke, ontwikkelde landen en de arme, onderontwikkelde landen. Arm versus rijk. Ongeschoold versus geschoold. Ziek versus gezond. Maar die kloof is al veel jaren geen kloof meer. We moeten veel genuanceerder denken over elk van die thema’s. De meeste van de 195 landen in de wereld bevinden zich in een tussenfase, onderweg naar eenzelfde niveau van rijkdom, gezondheid en welvaart als wij hier kennen.

We zitten collectief vast in een wereldbeeld dat gebaseerd is op achterhaalde informatie.

En het valt met grote zekerheid te verwachten dat het overgrote deel van de wereldbevolking zich nog deze eeuw op ons niveau zal bevinden. Vandaag wordt reeds 80% van de eenjarige kinderen ingeënt tegen kinderziektes waardoor de kindersterfte enorm afneemt (4% in 2016 versus 44% in 1800); 90% van alle meisjes op basisschoolleeftijd kunnen vandaag van onderwijs genieten (versus 65% in 1965); extreme armoede hoort bijna tot het verleden (9% in 2016 versus 50% in 1966); en door al het voorgaande is het gemiddeld aantal geboorten in de meeste groeilanden gedaald tot ca. twee kinderen per vrouw.

Tegen het einde van deze eeuw leven we met 11 miljard mensen (meer wordt het niet) die voor het overgrote deel hoogopgeleid, welvarend en gezond zullen zijn. Allemaal zullen zij ambities hebben zoals wij die vandaag kennen: een eigen laptop, vakanties naar verre landen, een moderne keuken en een wasmachine, vrije tijd om naar restaurants, festivals of het strand te gaan. Die evolutie kunnen we niet tegenhouden. Al doet ze tegelijk de belangrijke vraag rijzen of die welvaart ook leidt naar meer geluk en zingeving. En een mogelijk nog grotere vraag is die naar de toestand van de aarde zelf. Wat als eenzelfde aantal data verzameld wordt over indicatoren die de gezondheid van het ecologische systeem meten. Wat gaan die feiten ons vertellen?

Dé grote uitdaging van deze eeuw is in ieder geval om onze kwaliteit van leven verder te zetten binnen de draagkracht van de natuurlijke bronnen. ‘Earth overshoot day’ zou nooit voor 31 december mogen vallen, ook niet wanneer 11 miljard mensen op eenzelfde hoog welvaartsniveau leven.

Overal wordt geëxperimenteerd en aan de weg getimmerd, maar omdat de samenhang niet zichtbaar is, lijken het druppels op een hete plaat.

In alle domeinen van de menselijke activiteit – zoals mobiliteit, landbouw, economie, woningbouw, cultuur, stedenbouw, huishoudens – moeten manieren bedacht worden om die op een duurzame manier te realiseren. De mondiale schaal waarin we vandaag handelen en de connectiviteit van onze levens bieden kansen om dat versneld te gaan doen. Wereldwijd groeien netwerken van mensen en organisaties die een duurzame, regeneratieve toekomst onderzoeken en vormgeven. Er bestaan reeds talloze kleine en grote innovatieve ideeën, inspirerende visies en nieuwe praktijken die daadwerkelijk een antwoord formuleren. Overal wordt geëxperimenteerd en aan de weg getimmerd, maar omdat de grote samenhang niet zichtbaar is, lijken het druppels op een hete plaat.

Drawdown biedt hierop een antwoord. De organisatie brengt substantiële oplossingen in kaart – connecting the dots! – en communiceert daarover. Op haar site biedt ze een overzicht van 100 grote ‘werven’ waarin we het verschil kunnen maken om het kantelpunt (drawdown) te bereiken waarop de concentratie van broeikasgassen jaarlijks afneemt. Het is indrukwekkend en hoopgevend om te zien hoe in elk van die werven grote vooruitgang wordt geboekt en dat ook kleine, individuele keuzes er echt toe doen.

Ook de transitiebeweging Nederland Kantelt bundelt en stimuleert initiatieven in diverse sectoren, en ambieert om miljoenen Nederlanders bewust te betrekken bij de transitie naar een duurzame samenleving.

Die kanteling is ook zichtbaar in ondernemingen. Het pure winstgedreven ondernemen dat uitsluitend rekening houdt met aandeelhouders valt onmogelijk te rijmen met duurzaamheidsdenken. Veel bedrijven engageren zich daarom al veel jaren om te opereren vanuit een People, Planet, Profit-filosofie en slagen erin om winstrealisatie te koppelen aan een maatschappelijke bijdrage. Een exponentieel groeiend aantal ondernemingen gaat nog een stap verder en levert grote inspanningen om het hele bedrijf en productieproces honderd procent te verduurzamen. De buitensportleveranciers Patagonia en Vaude zijn daarvan sprekende voorbeelden. En ook al zijn er veel tegenvoorbeelden en voorbeelden van ‘green washing’ te noemen, feit is wel dat het bijdrage-gedreven of ‘purpose-driven’ ondernemen zienderogen toeneemt.

Die evolutie vraagt veel van organisaties en hun leiders, daarin gestimuleerd door de behoefte van medewerkers om zinvol bij te dragen aan bestaande uitdagingen. Maar ook de toegenomen complexiteit, de snelheid waarmee alles verandert en de tsunami aan informatie vragen een heel andere manier van samenwerken. Structuren, modellen en managementvisies die het de vorige eeuw(en) goed deden, blijken onvoldoende geschikt om in deze context te navigeren. De vraag naar een ‘upgrade’ van organisatiemodellen – structuur, leiderschap, wendbaarheid, impact, autonomie – neemt sterk toe. Op veel plaatsen wordt geëxperimenteerd met netwerkstructuren, zelfsturing en vlakke organisaties, en ook die kennis wordt snel gedeeld. Zowel mislukkingen als ‘best practices’, valkuilen en verbeteringen. Het valt te verwachten dat het zogenaamde ‘nieuwe organiseren’ daardoor op relatief korte tijd een volwaardige alternatief wordt en ingang kan vinden op grote schaal. De talrijke succesverhalen van ondermeer Buurtzorg Nederland, Semco Brazilië, Bol.com, Favi of Spotify werken alvast aanstekelijk voor veel ondernemers.

In een volgend artikel zoom ik daar graag verder op in. Hier sluit ik graag af met enkele verwijzingen naar opvallende en voor mij inspirerende ontwikkelingen.

  • Kate Raworth, Doughnut economics – een sterk onderbouwd alternatief voor het huidige economische model.
  • Frederic Laloux, Reinventing Organizations – een verheldering van de evolutie van organisatiemodellen en de visie op leiderschap.
  • Paul Mason, Postcapitalism – voorstellen voor een upgrade van het kapitalisme.
  • Thomas Rau, Material matters – alternatieven voor onze roofbouwmaatschappij en een andere kijk op bezit: “delen is het nieuwe hebben”.
  • Demain – schitterende documentaire over stille wegbereiders en duurzame alternatieven.